Nieuwe nota Evenementenbeleid: oude wijn in nieuwe zakken

De nieuwe nota Evenementenbeleid zal binnenkort naar de Gemeenteraad gaan

Eind 2016 heeft het College de nieuwe nota Evenementenbeleid teruggetrokken en toegezegd aan de Gemeenteraad om nog eens met alle belanghebbenden rond de tafel te gaan. Dat is gebeurd. Onder andere de Stichting Chasséveld is gehoord.

Maar in de nieuwe nota blijkt weinig tot niets aangepast te zijn. Het belangrijkste verschil is dat de nota onder handen is genomen door een grafisch vormgever en is 'opgeleukt' met foto's. Daarnaast zijn de begeleidende teksten beter leesbaar geworden: het slechte nieuws is beter verpakt. Tot slot worden de argumenten van belanghebbenden gepareerd in een 'nota van commentaar'.

Wij vatten de essentie hieronder samen, maar oordeelt u vooral ook zelf:

Oude concept-nota Evenementenbeleid

Oplegbrief voor Gemeenteraad/raadscommissies

Nieuwe concept-nota Evenementenbeleid

Nota van commentaar

Wijzigingen APV 1

Wijzigingen APV 2

Legesverordening

 

Wordt het aantal luidruchtige festivals minder?

Nee, het aantal blijft gelijk aan het aantal dat in de eerste versie van de nota Evenementenbeleid was opgenomen: acht luidruchtige festivals per jaar. Wat wij al bevroedden, erkent de Gemeente in deze versie: "De huidige praktijk is het vertrekpunt voor de nota". Met andere woorden: men heeft de afgelopen jaren doelbewust alle kritiek van omwonenden terzijde geschoven en het aantal luidruchtige festivals van 4 naar 7 uitgebreid. In de nota spreekt men over 6 luidruchtige evenementen die gehouden worden, maar men 'vergeet' Breda in Concert. Of is dat geen luidruchtig evenement?  Het huidige aantal festivals plus één hoeft in de nieuwe nota alleen nog maar geconsolideerd te worden. Vervolgens wekt men in de huidige nota de indruk: "Nú stellen we paal en perk! Wij komen u dus tegemoet en daar moet u blij mee zijn". Omwonenden worden blij gemaakt met een dode mus!

De Gemeente stelt dat het scheppen van duidelijkheid voor omwonenden een belangrijk doel moet zijn. Maar er zijn nog steeds uitzonderingen mogelijk: "Voetbal kijken op grote schermen of een wereldberoemd artiest die in Breda wil optreden". Die evenementen kunnen er blijkbaar nog bovenop komen. De evenementenkalender is dus met name bedoeld om de organisator meer zekerheid te geven. Hoezo "duidelijkheid"... Wie bepaalt wat "wereldberoemd" is... Holle beloftes zijn het!

Wie de nota van commentaar leest, ziet meteen dat die eenzijdig is opgeschreven. De Gemeente redeneert volledig naar zichzelf toe: 

"Het Chasséveld is een belangrijke evenementenlocatie voor Breda".

Dat klopt in zekere zin. Men vergeet het te zeggen dat het Chasséveld bijna alleen nog maar gebruikt wordt voor luidruchtige evenementen. De Stichting heeft geen enkel bezwaar tegen een geluidsarm evenement als Art Breda, maar wel tegen de ambitie om dit terrein exclusief te gebruiken voor de meest luidruchtige evenementen die georganiseerd worden in de stad. "Dat aantal is de laatste jaren flink gegroeid ómdat een kader voor regulering ontbrak, daar kunnen wij niets aan doen", zei de wethouder bij een van de besprekingen. Maar nu men een kader maakt, blijkt men helemaal niet te willen reguleren! "De huidige praktijk is het vertrekpunt voor de nota". Deze redenering wekt tenminste de indruk dat het aantal luidruchtige evenementen de afgelopen jaren is gegroeid op initiatief van de Gemeente. Aan het verzet van omwonenden is men doelbewust voorbij gegaan.

Door te stellen dat 'Het Chasseveld een belangrijke evenementenlocatie voor Breda is' stelt men impliciet dat (1) de omgeving van het Chasséveld geen belangrijke locatie om te wonen is en (2) het Chasséveld geen belangrijke parkeerplaats is [ondernemers in de binnenstad leiden omzetverlies op dagen dat er een evenement is].

"Het is een bijzonder groot verhard terrein, met goede ligging, goede basisfaciliteiten en goede beheersbaarheid voor een organisator".

Het Chasséveld is inderdaad verhard, maar dat zijn meerdere terreinen. Verharding van de ondergrond is overigens geen enkel argument, gegeven het feit dat vele eveneens luidruchtige evenementen georganiseerd worden in en rond natuurgebieden (Asterdse plas, Galderse meren etc).

Of de ligging goed is, hangt er maar vanaf hoe je het bekijkt. Men vergeet er in ieder geval bij te zeggen dat het terrein aan twee van de vier zijden omgeven wordt door woningen. Vanuit dat perspectief is de ligging erg slecht! Overigens zijn die basisfaciliteiten in 2015 aangelegd door... jawel... de Gemeente Breda om ... jawel ... inhoud te geven aan de ambitie van groei!

"Al deze factoren samen met het centrum en het station op loopafstand maken het een zeer geschikte en unieke locatie in Nederland". 

De aanwezigheid van het stadscentrum is geen argument. Bezoekers komen dominant per trein of fiets en vertrekken direct. Zij spenderen nauwelijks iets in de binnenstad. Detailhandel leidt aanwijsbaar omzetverlies, horeca leidt indirect schade (men gaat na het 8 uur durende festival afgevuld naar huis, niet naar de binnenstad).

De nabijheid van het station is evenmin een argument: het NAC-stadion is ook prima te lopen voor iemand die 8 uur lang los kan gaan op een festival.

"In de vorige notitie Richting aan Evenementen werd voor het Chasséveld iets gezegd over het aantal evenementen".

Met het woord 'iets' probeert men de keiharde koers in de notitie 'Richting aan Evenementen' weg te moffelen. Daarin stond namelijk "een reductie naar 2 luidruchtige evenementen per jaar zo gauw Breepark klaar is". Maar ja, dat kwam de nieuwe wethouder niet goed uit!

"Het nieuwe beleid wil sturen op het maximaal ‘aantal dágen’ dat er luidruchtige evenementen mogen plaatsvinden. Daarbij kiezen we voor maximaal 8 luidruchtige dagen. Dit aantal verdeeld over een buitenseizoen dat in april begint en tot eind september (ongeveer 5 maanden) duurt, achten wij aanvaardbaar in de zoektocht naar balans tussen leefbaarheid en levendigheid."

Acht evenementdagen met een luidruchtig karakter in vijf maanden is bijna twee dagen per maand. Dit zijn geen doordeweekse dagen, maar het betreft alleen maar weekenddagen in de zomermaanden. Dit zijn dé quality days, ook voor omwonenden. Deze acht evenementdagen hebben niets met een zoektocht of een balans tussen leefbaarheid en levendigheid te maken. Als er werkelijk een zoektocht was geweest dan had men op basis van de input die de afgelopen maanden gegeven is het aantal dagen naar beneden bijgesteld in deze nieuwe versie. Nee, dit heeft alles te maken met het eenzijdig maximaliseren van commerciële belangen over de rug van omwonenden.

Ook een term als 'het buitenseizoen' raakt kant noch wal. Is men kerstavond 2016 (Serious Request) alweer vergeten?

Worden er festivals van het Chasséveld verplaatst naar Breepark?

Nee. De Gemeente stelt desgevraagd dat Breepark een uitbreiding van het aantal locaties betreft. Maar het uitgangspunt van de Gemeenteraad jaren geleden om positief te besluiten met betrekking tot de aanleg van Breepark was om evenementen uit de binnenstad te verplaatsen. Die toezegging aan de omwonenden is nog eens herhaald in de nota 'Richting aan Evenementen' uit 2013: zo gauw Breepark klaar is, zullen evenementen verplaatst worden. Nog geen 4 jaar later stelt de Gemeente dat Breepark gebruikt zal worden om het aantal luidruchtige evenementen te kunnen uitbreiden. Hoe onbetrouwbaar kun je zijn!

Wordt het aantal dB(A) en dB(C) minder?

Nee. Het maximale volume blijft gelijk aan de eerste conceptversie van de nota, 83 dB(A) en 98 dB(C) en is daarmee hoger dan de 75 dB(A) en 85 dB(C) die elders worden toegestaan.

De Gemeente stelt dat de norm voor het Chasséveld 'algemeen geaccepteerd is' en baseert zich 'op geluidsonderzoek door een onafhankelijk bureau'. Hiermee wekt men de schijn van objectiviteit. Maar wie dat 'onafhankelijk bureau' is en waarop dat bureau zich baseert, blijft duister. Voor het volledige onderzoek verwijst men naar bijlage 3, maar die bijlage bevat hele andere informatie. Het basisbeginsel voor zorgvuldig onafhankelijk onderzoek is hoor en wederhoor. Aan die basisvoorwaarde is niet voldaan, want omwonenden zijn door dat 'onafhankelijk bureau' niet benaderd. Het heeft er alle schijn van dat het gezegde 'wiens brood men eet, diens woord men spreekt' opgaat. Omwonenden vinden de ervaringen van de afgelopen jaren niet langer 'duldbaar'. Dat zal Adank worst wezen, anders was men de bewoners wel enigszins tegemoet gekomen in de nieuwe versie. Men heeft dus niets gedaan met de informatie die men het afgelopen half jaar bij onder andere de Stichting Chasseveld heeft opgehaald.

Op andere binnenstadlocaties worden lagere maxima [73-75 dB(A) en 85-91 dB(C)] vastgesteld dan voor het Chasséveld omdat "de dichtstbijzijnde geluidsgevoelige gevel op het Chasseveld vele malen dichterbij gelegen is". Begrijpt u die redenering? De Gemeente erkent daarmee dat het geluidsniveau van het evenement leidend is en de omgeving zich maar moet aanpassen. Zij zegt in feite: "Woont u toevallig dichterbij? Dan hebt u pech dat u meer overlast ervaart". Onbegrijpelijk!

Hoe wordt geluidsoverlast gemeten?

De Gemeente heeft reeds vóór de eerste versie van de nieuwe Evenementennota te kennen gegeven een permanent geluidmeetsysteem te willen aanleggen. Dan zou men de geluidsoverlast aan de gevel van de nabij gelegen woningen met een rekenmodel kunnen worden vastgesteld. Dan zou vervolgens de geluidsoverlast binnenshuis afgeleid kunnen worden. Wij hebben daar tegen ingebracht dat niet een theoretische, berekende geluidsoverlast, maar de feitelijke overlast binnenshuis in de meest gevoelige huizen als uitgangspunt genomen dient te worden voor de geluidsmetingen en de te vergunnen maxima. Binnenshuis wordt de overlast immers ervaren. De Gemeente drijft zijn zin echter door en beargumenteert in de nota van commentaar "dat men niet kan beginnen aan metingen binnenshuis". Ook hier geeft de Gemeente impliciet aan slechts aan de bestuurlijke verplichting van het meten van geluid te willen voldoen en zich niets gelegen laat aan de overlast die omwonenden ervaren.

Duren festivals in de toekomst minder lang?

Nee. De standaard eindtijd wordt 23.00 uur en er mogen zelfs 2 luidruchtige festivals tot middernacht duren. Dit is onbegrijpelijk en ronduit asociaal naar bijvoorbeeld alle gezinnen met kinderen en zij die de volgende ochtend voor dag en dauw weer aan het werk moeten.

Wordt het toezicht op overtreding van (geluids)normen versterkt?

Nee. De Gemeente blijft terugtrekkende bewegingen maken als het gaat om toezicht en handhaving. Men stelt dat het permanente geluidsmeetsysteem de organisator van de juiste informatie voorziet om direct te kunnen bijsturen. Hoe naief kun je zijn... alsof het in het belang van de organisator is om zich iets van de omgeving aan te trekken. Zo lang het maar lekker knalt op het evenemententerrein zelf! Terecht ziet de Wijkraad Stadshart in het voorgestelde beleid 'High Trust, No Penalty'!

Het blijft onduidelijk of men met dat permanente meetsysteem gaat meten over korte perioden (bv 30 seconden), of het gemiddelde neemt van 5 minuten zoals dat nu gebeurt. In de praktijk betekent dit dat de DJ een paar minuten de (bas)knoppen volledig openzet om ze daarna dicht te draaien. Het gemiddelde valt vervolgens binnen de norm...

Wordt de overlast van opbouw en afbraak minder?

Nee. Er worden geen enkele concrete toezegging gedaan met betrekking tot deze vorm van overlast. Ook hier spreekt de Gemeente al jaren anders dan men handelt. Men zégt al jaren dat de overlast tot een minimum beperkt wordt, maar toch wordt er iedere keer tot 3 uur 's nachts opgebouwd en afgebroken. Maar hoort dit thuis in een nota Evenementenbeleid? Voor opbouw en afbraak kunnen per evenementenvergunning normen worden vastgesteld, daar is helemaal geen nieuwe nota Evenementenbeleid voor nodig! De reden waarom dit steeds toegestaan wordt, is simpel: het Chasséveld moet zo snel als mogelijk weer open als parkeerterrein. Daarom geeft men in vergunningen alleen een datum en een tijd waarop de organisator het terrein weer schoon moet opleveren. Kortom, de omwonenden betalen ook die rekening!

Samengevat

De nieuwe nota stemt somber, maar het was te voorzien dat er weinig zou veranderen. De bestuurlijke tactiek van de wethouder is simpel: Eerst heeft hij in 2016 een eerste versie van de nota in de raadscommissie Economie gebracht om te horen waar de gevoeligheden lagen. Hij wist op voorhand dat die nota zou worden afgeschoten. Direct heeft hij 'beterschap beloofd'. Daarna heeft hij zijn oor te luister gelegd bij alle belanghebbenden zodat hij precies wist welke bezwaren er zijn. Vervolgens dient hij een bijna-kopie van de nota opnieuw in en pareert hij de kritiek in een 'nota van commentaar'. "Zo, klaar is Kees; Zorgvuldigheid is betracht; Bestuurlijk is alles nu wel correct en de nota oogt een stuk leuker, dus nu krijg ik wél mijn zin" moet de wethouder gedacht hebben.

Als regeren vooruitzien is, dringt zich de vraag op wat de wethouder gaat doen na de verkiezingen in 2018. Wij schatten zo in dat hij zijn oude bedrijfsmatige activiteiten in de evenementenindustrie weer gaat oppakken. Of is dit te simpel gedacht?

Het moet gezegd, deze nieuwe nota ziet er ook leuker uit met al die foto's van sportevenementen en braderieën. Maar op inhoud - en daar gaat het om - is er niets veranderd.